Adfiz: aanpakken van onverzekerbare risico's een gezamenlijke verantwoordelijkheid

Adfiz-directeur Enno Wiertsema deed gistermiddag een krachtige oproep aan het Verbond van Verzekeraars om samen met hun leden toch vooral mee te blijven denken over en krachtig te werken aan het groeiende maatschappelijke probleem van onverzekerbaarheid. Niet dat Wiertsema daarmee het probleem geheel bij anderen neerlegde, integendeel.

Adfiz-directeur Enno Wiertsema (rechts) en WTW-directeur Jeroen Everling (links) over de mogelijkheden van samenwerking van adviseurs in het kader van het probleem van onverzekerbare risico's

Het is ook aan de adviseurs een bijdrage te leveren aan het oplossen van het probleem. Dat ook was het centrale thema gisteren van het Zakelijk Platform van Adfiz.

Dat het probleem rond onverzekerbaarheid leeft bij het intermediair, bleek gistermiddag nog maar eens weer tijdens het Zakelijk Platform van Adfiz. De grote zaal in het Inn Style in Maarssen was afgeladen en Adfiz-directeur Enno Wiertsema kreeg nadat hij de verschillende door de branchevereniging uitgevoerde acties ten aanzien van onverzekerbaarheid had uiteengezet, enthousiast applaus uit de zaal. Iedereen vond bij het betreden van de zaal een factsheet op zijn stoel getiteld ‘Eén jaar lobby rond onverzekerbaarheid’. “Een jaar geleden agendeerden we de toenemende onverzekerbaarheid van gewone risico’s. We inventariseerden probleemrisico’s, maakten het bespreekbaar bij stakeholders en verkennen met leden onze eigen bijdrage aan een oplossing.” Na de uitgebreide media-aandacht die de acties van Adfiz kregen, ontving de branche-organisatie steun vanuit Tweede Kamer, MKB-Nederland en diverse koepelorganisaties.

Onverzekerbare risico’s worden sinds vorig jaar geïnventariseerd via een door Adfiz ingesteld meldpunt. Voorbeelden van gemelde onverzekerbare risico’s zijn:
Recyclingbedrijven (afvalverwerking), taxibedrijven, trouw/rouwvervoer, groepsverhuur van mountainbikes/tuktuks/solexen, varkenshouders, veetransport, brandgevaarlijke beroepen, bedrijfsverzamelgebouwen, schoolgebouwen, discotheken, autodemontagebedrijven (autoslopers), bandenopslag, caravanstalling, verkoopwagens, opblaasbare hal buitensport. 

Wiertsema onderscheidde vier soorten van onverzekerbaarheid: Letterlijke onverzekerbaarheid, praktische onverzekerbaarheid, monopolie gedrag en big data. “Met letterlijke onverzekerbaarheid bedoel ik dat een risico gewoonweg niet mee geaccepteerd wordt door verzekeraars. Er wordt gewoonweg gezegd: dat risico verzekeren we niet meer. Daarin vinden we het Verbond van Verzekeraars wel aan onze zijde dat dit niet zo zou moeten zijn c.q. dat dit niet zo mag worden. Neem nou de afvalverwerkers, daarvoor gaat het die kant op. We willen als samenleving nota bene een duurzame samenleving zijn, ook verzekeraars onderschrijven die maatschappelijk ambitie, maar de bedrijven die we daarvoor het hardst nodig hebben, dreigen onverzekerbaar te worden. Met praktische onverzekerbaarheid bedoelen we dat een risico nog wel onder te brengen is, maar dat de premies dermate hoog zijn geworden, dat het voor bedrijven praktisch niet meer haalbaar is. Wat we meemaken is dat verzekeraars kort voor de prolongatiedatum aangeven een risico niet meer te willen verzekeren dan wel de premies dermate te verhogen dat het voor de klanten praktisch niet meer op te brengen is. Dan hebben de adviseurs tijdgebrek andere oplossingen te zoeken. Bij monopoliegedrag zijn er enkele verzekeraars in de markt die een bepaald risico tekenen en waarvan een van die partijen dan plotsklaps de markt verlaat en de bepaalde risico’s dus overlaat aan de rest van de overblijvende marktpartijen, wellicht nog enkele of nog één marktpartij? Dergelijke monopolies zijn onwenselijk. Met big data en de hedendaagse analysemogelijkheden kun je de risico’s steeds verfijnder in kaart brengen en daarop premies en voorwaarden aanpassen. Dat is al jaren aan de gang en je ziet dat de premies tussen risico’s steeds sterker uiteen gaan lopen. Neem jongere automobilisten, die in ongunstige postcodegebieden wonen, die moeten heel erg veel premie betalen. Het differentiëren van risico’s staat tegenover het solidariteitsprincipe, op welk principe verzekeringen nu eenmaal zijn gebaseerd.  De vraag is uiteraard: waar schiet differentiëren door, wat is maatschappelijk nog toelaatbaar, waar komt de solidariteit in het gedrang?  Het Verbond zegt wat dit betreft met een solidariteitsmonitor de vinger aan de pols te willen houden.”  Adfiz gaat in ieder geval zelf heel goed kijken mede op basis van de meldingen van de leden wat er gebeurt ten aanzien van (on)verzekerbaarheid van risico's en geeft aan - als daar zorgwekkende conclusies worden getrokken over verzekerbaarheid van bepaalde risico's en het gedrag in dezen van verzekeraars - daarvoor ook bij de toezichthouders aandacht te zullen vragen. 

Welke bijdragen kunnen adviseurs geven? Allereerst is de markt groter dan Nederland. Gekeken kan worden wat buitenlandse verzekeraars bieden. Daarom was als gastspreker Ralph van Helden van Lloyd’s of London uitgenodigd. Die gaf aan dat er binnenkort twee buitenlandse verzekeraars op de markt zullen komen in Nederland om agrarische risico’s te dekken. Ook de naderende Brexit zal geen roet in het eten gooien voor wat betreft het gebruikmaken van capaciteit van Lloyd’s voor de continentaal Europese markt. Nog steeds is niet zeker of het een harde of een afgezwakte Brexit zal gaan worden. “Wij hebben in ieder geval rekening gehouden met een harde Brexit. We zijn er dan ook klaar voor.  We hebben een verzekeringsmaatschappij opgericht, gevestigd in Brussel, en die ontsluit de Lloyd’s of London capaciteit voor het vasteland van Europa.” Ook zei Van Helden dat Lloyd’s in Brussel een soort ‘beurs’ wil zijn, waar partijen met ideeën voor nieuwe verzekeringsproducten en -concepten welkom zijn deze aan te dragen. 

Jeroen Everling van Willis Towers Watson besprak in het kader van onverzekerbaarheid de mogelijkheden van samenwerking tussen adviseurs, via de co-assurantiemarkt, via bundeling van portefeuilles (denk aan het gebruik van volmachten, dank aan bundelen van groepen klanten via affinities) en door het gestructureerd samenwerken met een makelaars als placing broker. Wiertsema gaf aan dat Adfiz met voorbereidingen bezig is voor het opzetten van een portal om de samenwerking tussen adviseurs op het gebied van moeilijk verzekerbare risico’s te faciliteren. 

Om individuele klanten verzekerbaar te kunnen houden, is er in toenemende mate een rol weggelegd voor de adviseur op het gebied van risicomanagement, waarvan ook preventie een belangrijk aspect vormt. Daarom verzorgde Jurjen Burghgraef een presentatie over ‘risicomanagement en preventie’. Hij toonde verschillende voorbeelden van agrarische bedrijven, bedrijfsverzamelgebouwen, voedsel gerelateerde bedrijven en afvalverwerkers. Foto’s van afvalverwerkers met hoog opgestapeld afval, en vervolgens met muren ertussen gezet, maakten bijvoorbeeld zichtbaar wat bouwkundige maatregelen voor positieve invloed kunnen hebben op de schadefrequentie en schadelast. Burghgraef gaf aan dat bij 80% van de bedrijven piepschuim op het dak ligt. Heb je als intermediair de gelegenheid mee te kijken aan de tekentafel van een bedrijfsmatige klant met bouwplannen en zie je daar iets van piepschuim? Dat is af te raden, want als er brand komt, dan brandt het ook snel en ernstig. Ook al wordt er gezegd dat dit materiaal aan allerlei eisen voldoet. Wees ook kritisch op bouwen volgens het Bouwbesluit, dit ziet onvoldoende op brandveiligheid. 

In bovenbeschreven plenaire sessie, en vervolgens in de verschillende parallelsessies (over asbest, over nanotechnologie, over onverzekerbaarheid bij inkomensverzekeringen en over de ontwikkelingen in pensioen) kregen de aanwezige Adfiz-leden de nodige eye-openers voorgeschoteld.  

 
Jan Schrijver - ADFIZ partner van SCHADE magazine
Geplaatst op 20-09-2018

< VorigeVolgende >


Share on: