Verbond onderzoekt opruimingsmethoden voor brand met zonnepanelen

Het Verbond van Verzekeraars gaat de mogelijkheden voor eenduidige opruimingsmethoden onderzoeken, via Stichting Salvage, voor de achtergebleven materialen na branden met zonnepanelen.

Aanleiding zijn de twee branden eerder dit jaar in Noord-Holland en Flevoland waarbij restanten van zonnecellen in weilanden van agrariërs terecht zijn gekomen die leidden tot Kamervragen van het CDA. 

De minister geeft in zijn antwoord op de Kamervragen aan met het Verbond van Verzekeraars gesproken te hebben over de branden waarbij deeltjes van zonnecellen in weilanden terechtkwamen. “Omgevingsschade na een brand met zonnepanelen is een nieuw element. Opruimingskosten zijn zakelijk vaak niet, dan wel beperkt, meeverzekerd op de brandpolis. Verzekerden kunnen hiervoor een aparte verzekering of extra dekking afsluiten. In dit kader is het Verbond van Verzekeraars een onderzoek gestart naar mogelijkheden voor eenduidige opruimingsmethoden, bijvoorbeeld met hulp van Stichting Salvage.”
 
Het is volgens Wiebes nog niet duidelijk hoe groot het risico is op het verspreiden van deeltjes uit zonnepanelen bij brand en wat de precieze effecten hiervan zijn op de omgeving. “Hoewel het te betreuren is dat dit tweemaal in korte tijd tot schade heeft geleid, betreft het een nieuw fenomeen dat eerst nader onderzocht dient te worden. Het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Nederlandse organisatie voor toegepast onderzoek (TNO) zijn er op dit moment mee bezig.
 
Handhavend optreden
Wiebes antwoordt in de Tweede Kamer dat wanneer er bij een brand depositiemateriaal vrijkomt,  de omgevingsdienst als eerste indicatie omgevingsmonsters zal nemen. “Vooruitlopend op deze uitslagen dient de producent uit voorzorg te handelen. Wanneer de producent redenen heeft om te twijfelen aan de veiligheid van een product, mag dit product niet op de markt gebracht worden. Een brand met depositie en een uitstaand onderzoek zijn beide reden om hieraan te twijfelen. Mochten de uitslagen vervolgens uitwijzen dat de voedselveiligheid niet meer gegarandeerd kan worden, dan zal de producent (landbouwer) passende maatregelen moeten nemen. De producent heeft uiteindelijk de verantwoordelijkheid om een veilig product op de markt te brengen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op het handelen van de producent. Zo nodig zal de NVWA handhavend optreden. Het stelsel van voedselveiligheid in Nederland is gebaseerd op eigen verantwoordelijkheid van de ondernemers. Bij enige twijfel over of vermoedens van onveilig voedsel is de producent verplicht dit te melden bij de NVWA en actie te ondernemen.”
 
Protocol brandbestrijding
Het streven is om in het tweede kwartaal van 2021 meer duidelijkheid te hebben van het Instituut Fysieke Veiligheid om de vraag te beantwoorden of er een aanvullende aanbeveling nodig is voor de brandbestrijding bij zonnepanelen en of het behulpzaam is om deze aanbevelingen op te nemen in een protocol.
 
Geplaatst op 18-11-2020

< VorigeVolgende >


Share on: