Willens en wetens: geen braaksporen, wel dekking?

Is het ontbreken van braaksporen voldoende bewijs voor onvoldoende zorg? Tijdens een tocht op zee met een luxe jacht vallen plotseling de motoren uit. De kapitein weet het schip toch aan wal te krijgen en vervolgens wordt er onderzoek gedaan naar de oorzaak van de storing. Hieruit blijkt dat doorgesneden kabels en koelvloeistof in de motor de problemen veroorzaakten en dat een en ander moet zijn toegebracht door een derde met de bedoeling om het schip te saboteren.

De verzekeraar beroept zich op de in de polis opgenomen uitsluiting voor schade ontstaan door onvoldoende zorg van de verzekerde, stellende dat zij de deuren van het schip die toegang gaven tot de machinekamer op slot had moeten doen. Ter onderbouwing van het standpunt dat de deuren niet afgesloten moeten zijn geweest noemt de verzekeraar dat geen braaksporen zijn gevonden. Verzekerde voert hier tegenover aan dat het een universeel slot betrof met een standaard doornsleutel die bij iedere bouwmarkt gevonden kan worden. Het slot kwalificeert dan ook eerder als een ‘algemeen vergrendelingssysteem’ dan een slot met het specifieke oogmerk om indringers tegen te houden. Dat er geen braaksporen zijn is volgens verzekerde dan ook niet verwonderlijk doordat ook de saboteur een dergelijke sleutel overal kon verkrijgen.


Het hof stelt voorop dat de bewijslast ten aanzien van ‘onvoldoende zorg’ bij de verzekeraar ligt en volgt vervolgens het betoog van de verzekerde. Het hof benadrukt dat ondanks dat het een standaardslot betreft, dit verzekerden niet van de verplichting ontslaat om de motorruimte af te sluiten. Het hof overweegt vervolgens dat de enige aanwijzing dat de toegang tot de motorruimte niet voldoende was afgesloten wordt gevonden in het feit dat er geen braaksporen zijn aangetroffen. Dit enkele gegeven is naar oordeel van het hof in dit specifieke geval onvoldoende overtuigend. Het is immers goed denkbaar dat de saboteur over de doornsleutel beschikte. Het bewijsvermoeden dat de deuren niet op slot waren dat voortvloeit uit het ontbreken van braaksporen, is dan ook afdoende weerlegd. Om deze reden is de verzekeraar gehouden om de schade van verzekerde alsnog te vergoeden.


Het ontbreken van braaksporen is dus niet altijd voldoende reden voor de aanname dat de verzekerde een deur of raam niet heeft afgesloten. Uit dit arrest blijkt dat wanneer er een reële mogelijkheid bestaat dat de dief of saboteur ook een afgesloten deur (of raam) heeft kunnen openen zonder braaksporen, er een verdere onderbouwing noodzakelijk kan zijn om aan te tonen dat de verzekerde onvoldoende zorg heeft betracht.


Gerechtshof Den Haag 23 februari 2021
Bron: Kennedy Van der Laan
Geplaatst op 26-03-2021

< VorigeVolgende >


Share on: