Piek in inflatie lijkt achter rug

Vorige week publiceerde het CBS nieuwe data van de consumentenprijsindex. Aggie van Huisseling en Jan-Paul van de Kerke, beiden econoom bij ABN AMRO, gaan hier verder op in. De inflatie volgens de consumentenprijsindex (CPI) stond in mei 2022 op 8,8% jaar-op-jaar. Een daling ten opzichte van 9,7% in maart en 9,6% in april.

Foto: Jan-Paul van de Kerke

Als we kijken naar de bijdrage van verschillende bestedingscategorieën aan de totale inflatie, dan valt op dat het aandeel van energie in de inflatie aanzienlijk is afgenomen, van 6,8 en 5,7 procentpunt in maart en april, naar 4,7 procentpunt in mei. Stijgende energieprijzen hebben de inflatie sinds halverwege 2021 flink omhoog gestuwd. De afname in mei is de eerste noemenswaardige daling van de energieprijsindex. Hiertegenover staat een stijging van de bijdrage van voeding in de inflatie van 0,9 procentpunt en 1,1 procentpunt in maart en april naar 1,3 procentpunt in mei. 


Als we kijken naar kerninflatie tonen de nieuwe inflatiecijfers een kleine stijging naar 3,6% in mei vergeleken met 2,6% in maart en 3,5% in april. Kerninflatie laat de volatiele componenten, waaronder energie, voedingsmiddelen, alcoholische dranken en tabak, buiten beschouwing. Daarmee is het een goede maatstaf voor de onderliggende prijsdruk in de economie. De combinatie van dalende totale inflatie en een licht stijgende kerninflatie laat zien dat de eerdere prijsstijgingen van volatiele componenten zoals energie en voeding, nu overslaan op de overige prijscategorieën.


Industriële goederen
De bijdrage van industriële goederen in de inflatie is toegenomen naar 1,4 procentpunt (t.o.v. 1,1 procentpunt in maart en 1,2 procentpunt in april). Sinds de pandemie zien we een sterke opwaartse trend, die vooralsnog niet op zijn eind is. Deze is aangewakkerd door verschillende factoren, waaronder een toegenomen internationale vraag naar industriële goederen als gevolg van de pandemie. De Verenigde Staten zijn hier het beste voorbeeld van. Ook de oorlog tussen Rusland en Oekraïne en de lockdowns in China doen een duit in het zakje door verdere verstoringen in internationale aanvoerlijnen. Zo zien we bijvoorbeeld dat de jaar-op-jaar prijsstijging voor grote huishoudelijke apparaten is toegenomen, van 5,3% in maart naar 8,5% in april en 9,3% in mei.


Effect oorlog zichtbaar in granen en oliën
Rusland en Oekraïne zijn belangrijke exporteurs van graan en zonnebloemolie. Dit is ook goed te zien in de inflatiecijfers. Sinds de uitbraak van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne zijn de prijzen van graan en olie gestegen. Zo is de inflatie in de categorie oliën en vetten gestegen naar 18,6% in mei (t.o.v. 13,3% in maart en 13,6% in april) en in de categorie brood en granen naar 6,5% in mei (t.o.v. 4,6% in maart en 5,9% in april). 

Inflatie neemt in kracht af, maar blijft tot eind 2023 hoog.


"In onze prognoses houden wij er rekening mee dat de prijsstijgingen richting het einde van het jaar in kracht afnemen. De daling was echter iets sterker dan wij in onze ramingen anticipeerden. Vanwege het volatiele karakter van de prijscijfers houden we op dit moment echter nog vast aan onze eerdere raming van gemiddeld 8% CPI-inflatie in 2022. In 2023 verwachten we een gemiddelde CPI-inflatie van 3.8%."

 

Bron: ABN-AMRO - Economen Aggie van Huiseling en Jan-Paul van de Kerke
Geplaatst op 14-06-2022

< VorigeVolgende >


Share on: