Kan verzekeraar dekking weigeren voor brandschade aan een net opgeleverde woning?

Recent heeft de rechtbank Overijssel zich uitgesproken over de vraag of een verzekeraar dekking mocht weigeren voor schade aan een nieuw opgeleverde woning. Kennedy Van der Laan gaat in op deze uitspraak.

De eigenaren van de woning hadden een woonhuisverzekering afgesloten, vervolgens hun oude woning gesloopt en een nieuwe woning gebouwd. Enkele dagen na de oplevering brak brand uit in de meterkast, met een schadepost van bijna €400.000 als gevolg. De verzekeraar weigerde dekking op vier gronden: (i) de woonhuisverzekering zou met terugwerkende kracht zijn beëindigd, (ii) de nieuw gebouwde woning zou niet onder de polis vallen, (iii) de verzekerden hadden niet tijdig melding gemaakt van een risicowijziging en (iv) de schade zou het gevolg zijn van een uitgesloten bouw- of installatiefout. De rechtbank verwierp echter al deze argumenten.

i)    Geen beëindiging met terugwerkende kracht
De verzekeraar stelde dat de woonhuisverzekering (na de brand) met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd, omdat de sloop van de oude woning een risicowijziging vormde. De polisvoorwaarden bepaalden dat een wijziging van het risico een grond voor beëindiging kon zijn.

De rechtbank oordeelde echter dat sloop niet expliciet als beëindigingsgrond in de polisvoorwaarden was genoemd en dat de sloop van een woning bovendien niet zonder meer als een risicowijziging ten nadele van de verzekeraar kon worden gezien. Daarnaast was de verzekeraar al voor de verbouwing op de hoogte gebracht van de nieuwbouwplannen en had hij dat destijds niet als reden aangegrepen om de polis te beëindigen.

ii)    De nieuwbouw valt wél onder de verzekering
De verzekeraar betoogde dat de nieuwbouw een ‘nieuw object’ was, dat niet onder de bestaande polis viel. Ook dit argument werd verworpen. Op het polisblad stond enkel het adres vermeld, zonder nadere specificaties over de woning. De oude woning was eerder zonder problemen verzekerd door enkel het adres in de polis aan te passen. Volgens de rechtbank was het voor de verzekerden daarom niet duidelijk dat zij voor de nieuwbouw een nieuwe verzekering hadden moeten afsluiten.

iii)    Risicowijziging wél tijdig gemeld
De rechtbank erkende dat de oplevering van de woning een risicowijziging was, die volgens de polisvoorwaarden gemeld had moeten worden. De verzekeraar was echter binnen de vereiste termijn van 30 dagen via de schadeclaim op de hoogte gebracht van de oplevering. Ook dit argument werd daarom verworpen.

iv)    Geen bewijs voor een installatiefout
De brand ontstond in de meterkast, kort nadat een bevriende buurman werkzaamheden had uitgevoerd. De verzekeraar stelde dat er sprake was van een installatiefout en dat dekking daarvoor op grond van de polisvoorwaarden ontbrak. De rechtbank oordeelde echter dat er geen bewijs was van een installatiefout. Daarbij speelde mee dat de verzekerden wél een onafhankelijk onderzoek hadden laten uitvoeren, terwijl de verzekeraar zelf geen onderzoek had gedaan. Ook dit argument hield dus geen stand.

Slotsom 
De rechtbank Overijssel kwam tot de slotsom dat de verzekeraar ten onrechte dekking had geweigerd en verplicht was de schade te vergoeden. Deze uitspraak onderstreept het belang van duidelijke polisvoorwaarden. In deze zaak bleek uit de polisvoorwaarden niet helder dat de verzekeraar nieuwbouw niet had willen verzekeren. Ook blijkt uit de uitspraak het belang van het doorgeven van (toekomstige) risicowijzigingen, als in de polisvoorwaarden gevolgen worden verbonden aan risicowijzigingen. Het feit dat de (tussenpersoon van) verzekerden de verzekeraar op enig moment had(den) geïnformeerd over de verbouwingsplannen, verhinderde dat de verzekeraar met succes een beroep kon doen op (de gevolgen van) een wijziging van het risico.

Deze teaser is geschreven door Rosalinde Montulet - Kennedy Van der Laan
Geplaatst op 14-02-2025

< VorigeVolgende >


Share on: