Californië spant rechtszaak aan tegen president Donald Trump

Californië heeft woensdag een rechtszaak aangespannen om de verregaande tarieven van president Donald Trump op buitenlandse handelspartners te blokkeren, waarbij hij hem ervan beschuldigt zijn bevoegdheden te misbruiken en de staat en het land financiële schade toe te brengen.

Trump stelde 10% tarieven in op goederen uit alle landen en hogere tarieven voor landen waarvan de regering zegt dat ze hoge barrières opwerpen voor Amerikaanse importen, waarvan hij de meeste later voor 90 dagen pauzeerde. Hij legde ook een tarief van 145% op aan China, met uitzonderingen voor bepaalde elektronica.

China heeft vergeldingsmaatregelen genomen met een tarief van 125% tegen de VS en de Europese Unie heeft ook tarieven goedgekeurd om vergeldingsmaatregelen te nemen, hoewel deze momenteel zijn gepauzeerd.

In zijn uitvoerende orders om de tarieven op te leggen, heeft de heer Trump zich beroepen op wetten zoals de International Emergency Economic Powers Act van 1977, die presidenten speciale bevoegdheden geeft om ongewone of buitengewone bedreigingen voor de VS te bestrijden. Hij heeft gezegd dat het netto handelstekort van de Verenigde Staten ten opzichte van de rest van de wereld een nationale noodsituatie is die de productiecapaciteit in gevaar brengt en het land afhankelijk maakt van buitenlandse tegenstanders.

In de rechtszaak die woensdag werd aangespannen in de federale rechtbank in San Francisco beweren de Californische gouverneur Gavin Newsom en procureur-generaal Rob Bonta, beide Democraten, dat de wet van 1977 de president niet de macht geeft om zonder toestemming van het Congres ingrijpende tarieven op te leggen door op onredelijke wijze de noodtoestand uit te roepen.

Californië, dat in zijn eentje de op vier na grootste economie ter wereld zou zijn en wiens belangrijkste handelspartners China, Mexico en Canada zijn, heeft al schade geleden en zal nog meer schade lijden als de tarieven van kracht blijven, beweren de heren Newsom en Bonta.

Ze vragen de rechtbank om het Department of Homeland Security en Customs and Border Protection te verbieden de tarieven te handhaven.

De regering Trump heeft al twee gelijksoortige rechtszaken aangespannen - één bij de New Yorkse Court of International Trade door de belangengroep Liberty Justice Center die alle tarieven wil blokkeren, en de andere rechtszaak bij de federale rechtbank in Florida door een eigenaar van een klein bedrijf die de tarieven op China wil blokkeren.